Vanwege de lock-down moeten we thuiswerken. Op school is er noodopvang. Nik van de leerlingredactie heeft onderzoek gedaan hoe het thuisonderwijs werkt op De Windwijzer.
Thuisonderwijs in de onderbouw
In de onderbouw hebben de kinderen een werkboekje voor thuis en krijgen de kinderen een mail met tips voor allerlei opdrachten die te zien zijn op een webpagina. De kinderen hebben ook een soort klassenvergadering. De kinderen van groep 3 hebben iedere dag instructie via Google-Meet. De kinderen in groep 3 hadden een letterspeurtocht, omdat ze alle letters kenden.
Thuisonderwijs in de midden- en bovenbouw
Om het thuisonderwijs goed te doen moet je proactief zijn. Dat is gewoonte 1. Kinderen in de middenbouw en de bovenbouw beginnen ’s ochtends met lezen. Dat doen we iedere dag, omdat we dan beter gaan lezen en dat het heel belangrijk is. Daarna krijgen de kinderen instructies via Google-Meet. Er zijn een paar regels: Je moet ook thuis vragen of je naar het toilet mag als je in de instructie zit; je microfoon staat uit, tenzij je wat moet zeggen; je moet actief zitten; je zorgt ervoor dat je spullen bij de hand zijn en je mag niet eten tijdens een Meet. Tijdens de instructie luister je en praat je met andere kinderen over het schoolwerk. Bij de google meet kan je een digitaal handje opsteken zodat de juf of meester weet dat je een vraag hebt.
De kinderen op de noodopvang doen hetzelfde rooster, maar dan op school. Op de noodopvang heb je een juf of meester die je kan helpen bij vragen.
Na de middagpauze kunnen kinderen verder werken aan hun digitale werkpakket van Snappet of even buiten spelen. Je kan op Snappet de chat gebruiken om vragen te stellen aan de juf of meester. Soms krijgen kinderen dan extra instructie in de middag. Op de noodopvang krijgen kinderen die klaar zijn met hun werk gymles.
Naast de lessen hebben we twee keer per week klassenvergadering. Dan hebben we een gesprek over het het gaat en geven we elkaar tips. We mogen dan ook even moppen vertellen of tiktokdansjes om even te lachen met elkaar. Hierbij gebruik je gewoonte 7: houd de zaag scherp.
Gesprekken via Meet
Alle kinderen hebben een Meet met meester of juf en vader en/of moeder gehad. Over hoe je het met je gaat en hoe de statistieken zijn op Snappet, zodat je weet waar je aan moet werken. Dan maak je een doel, dat is gewoonte 2 begin met een einddoel voor ogen. Dit hoort ook bij gewoonte 3: belangrijke zaken eerst.
Wat vinden kinderen ervan?
Ik heb een aantal kinderen geïnterviewd op de noodopvang. Jayro vindt het goed gaan en vindt dat het fijn is op de noodopvang. Tijn vindt het leuk, omdat het thuiswerken niet zo goed gaat bij hem. Latisha vindt het ook fijn op de noodopvang. Tim vindt het niet zo leuk, omdat hij zijn vrienden minder ziet. Hij hoopt we weer snel met z’n allen naar school gaan. Ikzelf vindt het leuk en fijn, omdat de juf mij goed kan helpen, dus die kan je ook iets meer uitleggen dan je ouders.
Geschreven door:
Nik Weijsenborn
